Tuesday, January 7, 2020

Aflevering 24

Wanneer houdt men op vrijmetselaar te zijn? Er zijn er die in het vrijmetselaarschap een soort sacrale wijding zien, die een onuitwisbaar merkteken achterlaat, zoals dat toegeschreven wordt aan het katholiek doopsel. Men mag zich laten ont-dopen zoveel als men wil, de God van de katholieken verandert niets aan Zijn register! Mocht dat ook voor vrijmetselaars gelden, dan zou niemand zich van die titel kunnen ontdoen, ook niet zij die het absoluut zouden willen. (Ik denk aan de broeder die zich knorrig uit La Fidélité teruggetrokken heeft omdat hij zich moest verantwoorden over zijn politiek engagement.) De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens noemt expliciet het recht om een godsdienst te verlaten; waarom zou men de titel van "vrijmetselaar" dan niet van zich kunnen gooien!

Mijn eigen mening situeerde zich eerder aan het ander uiteinde van het spectrum: wie niet meer bij een loge is (mijn geval dus) is ook geen vrijmetselaar meer. Die opinie heb ik in de loop van de laatste dagen, na enkele vruchtbare gedachtenwisselingen, veranderd. Onze operatieve voorvaderen, die van bouwwerf naar bouwwerf zwierven, konden werkloos zijn, van loge veranderen of zelfs met "pensioen" zijn zonder hun status te verliezen. In principe konden zij te allen tijde opnieuw aan de slag gaan.

Er zijn natuurlijk loges en vrijmetselaars aan wie hun status post factum van hogerhand ontnomen wordt. De Noorse massamoordenaar Anders Breivik is uit de Orde gezet, maar was op het ogenblik van de feiten een volkomen regulier vrijmetselaar — en er nog trots op ook.


De Chileense communist Allende was vrijmetselaar (er zijn loges naar hem genoemd), maar zijn hardhandige tegenstander en opvolger Pinochet evenzeer (zonder loges vernoemd, voor zover ik weet). Propaganda Due was een reguliere Italiaanse loge, en Licio Gelli een regulier vrijmetselaar.



In de Ku Klux Klan speelden vrijmetselaars als Nathan Bedford Forrest en James Crowe een prominente rol, en de z.g. tweede Klan, in 1915 opgericht door de vrijmetselaar William Joseph Simmons, werd zelfs als een soort zusterorganisatie van de Amerikaanse vrijmetselarij beschouwd, met zeer vele dubbele lidmaatschappen.

Bij dergelijke gevallen, die men doorgaans niet aantreft in de lijstjes waar Mozart en Goethe genoemd worden, dringen zich natuurlijk vele vragen op. Van sommigen mag/moet men zich afvragen of zij ooit vrijmetselaar geweest zijn. Hebben zij zich niet valselijk zó voorgedaan dat men ze onterecht aangenomen heeft? En wie oordeelt daar dan over? Als ieder individueel vrijmetselaar zich het recht toeëigent al dan niet uit te maken wie hij "als zodanig" erkent, waarom wordt men dan na zijn aanneming nog publiekelijk geproclameerd? (Ik ben er zelf door de reguliere opperpastoor – dat is niet de grootmeester, gelukkig maar – van beschuldigd dat ik mij als atheïst op schijnheilige wijze toegang had verschaft.) En als iemand uit de orde gezet wordt, is hij dan nog gebonden aan de eed die hij heeft afgelegd, of kan hij vrijuit praten over een engagement dat eenzijdig, en tegen zijn wil, verbroken is?

Deze mijmeringen hebben mij een beetje afgevoerd van de eigenlijke mededeling: ik beschouw mij nog altijd als vrijmetselaar. Niet omdat ik een eeuwig merkteken heb ontvangen, maar omdat ik mij eervol en vrij van schulden uit het vak teruggetrokken heb, in het bezit van maçonnieke diploma's die hun geldigheid bewaard hebben. Overigens, in sommige obediënties kàn men geen ontslag nemen, maar wordt men "in slaap gesteld", hetzij administratief (door niet te betalen, bijvoorbeeld) hetzij op eigen verzoek. Ik probeer het te redden zonder dit maçonniek slaapmasker van $20,99.





*









No comments:

Post a Comment