Thursday, January 16, 2020

Aflevering 16

Om in Gent een GL-loge op te richten moet men twee peterloges hebben, een lokaal, en de zegen van alle instanties. Geen van die stappen is eenvoudig als men zonder GL-achtergrond, als toerist als het ware, die Obediëntie binnenwandelt. Als peterloges zouden fungeren: onze moederloge Saint Jean La Lumière (Brussel, Franstalig) en Mithras (Gent, Nederlandstalig). Als lokaal mikten wij eerst op het gebouw van La Liberté, dat wij goed kenden doordat ons kapittel De Adelaar daar gevestigd was. Toen ik het antwoord op onze aanvraag ging aanhoren kwam de betrokken broeder-professor mij tegemoet met de woorden "Kende gij Gents? Dan weette wat een bescheten commisse is." Het antwoord was dus negatief, wat ons had kunnen waarschuwen voor een bepaald ongunstig klimaat. We hebben ons dan tot Le Septentrion gewend, die ons wél wou huisvesten. (De briefwisseling doorlopend valt mij vandaag op dat Le Septentrion ons of ons project vriendelijker gezind was dan de andere loges.)

Op 7 juni 1997 konden wij dan officieel in Brussel onze aanvraag indienen, met onderaan als nihil obstat de stempels van Mithras en Le Septentrion.


"Wij", dat waren zeven leden van Saint Jean La Lumière: 5 ex-Acacia, 1 ex-Dageraad, 1 ex-Levet Scone. Dit geringe aantal kon Le Septentrion (het Zevengesternte), met als devies Septem perficiunt (Zeven maken volmaakt) natuurlijk niet mishagen!

Op 25 oktober 1997 zou de z.g. Assemblée van de Grootloge het laatste woord over onze aanvraag zeggen, maar pas op 1 december kreeg ik van het Grootsecretariaat het bericht dat die stemming uitgesteld was, en dat bijkomende gesprekken en informatie zouden volgen.

Sommige Euclidianen meenden hierin (waarschijnlijk terecht) het klimaat van wantrouwen en tegenkanting te zien dat in Gent gecreëerd was, en twee van hen zegden het GL-project stante pede vaarwel, met de bedoeling toe te treden tot de Reguliere Grootloge. (Zij waren altijd al eerder pro-RGLB dan, zoals ik, anti-GO.) Onze medaille (hieronder te zien) bleek dus in te optimistische vooruitzichten gefabriceerd. Op de huidige medailles van Euclides staat niet 5997, maar 6000.



Na wat heen-en-weer gepraat nam ik namens Euclides contact op met de voorzitter van de grootste Gentse loge van de Reguliere Grootloge van België, La Fidélité. Hij was een gewezen voorzitter van Le Septentrion, die niet zo lang voordien die loge en de GLB verlaten had. (Met slaande deuren, wel te verstaan. Later verliet hij ook de RGLB met slaande deuren en hij eindigde, na in Gent de kortlevende 'wilde' loge La Candeur te hebben heropgericht, waar hij begonnen was: in Le Septentrion.) Ik had bij hem thuis een aangenaam gesprek, en hij gaf mij, toen ik vertrok, iets mee dat aan mijn aarzelingen onmiddellijk een einde maakte: een exemplaar van Acta Macionica, waarin ik artikelen aantrof van een kwaliteit die ik nog niet gezien had. In het GO was zulke eruditie onbestaand, en in de GL was ik niet lang genoeg geweest om er kennis mee te maken.









No comments:

Post a Comment