Thursday, January 30, 2020

Aflevering 2

Al jaren voor ik met de vrijmetselarij echt in contact kwam had ik al belangstelling voor het fenomeen. Onder hetgeen ik toen al gelezen had:



Het kan zijn dat ik Progressieve Vrijmetselarij niet helemaal uitgelezen heb, want ik had de indruk dat de anonieme auteurs het over iets anders hadden dan over De Grote Onbekende die pater Dierickx s.j. met zoveel waardering in het licht bracht. De (Nederlandse) sfeer van dat laatste boek zou ik later volkomen terugvinden in de GL-loge Pieter De Zuttere. Tot in de architectuur toe, want haar tempel (die van La Liberté eigenlijk) is een exacte copie van de 'moderne' Nederlandse tempels waarvan Dierickx de foto's geeft. In Progressieve Vrijmetselarij had ik op p.123 wel het volgende gevonden: 
Hierin [in de confrontatie van maçonnieke symbolen met de werkelijkheid—nvdr] ligt dan een van de geheimen van de vrijmetselarij: de reden waarom zoveel van haar leden tot op hoge leeftijd een zeer open, jonge, zelfs olijke geest bewaren.
We staan hier voor één van die opgeklopte beweringen waar de maçonnieke voorlichting in uitblinkt. In werkelijkheid doet men in de loges niet aan symboliek, laat staan dat er een heilzame werking zou van uitgaan.

Dan is de romanliteratuur nog betrouwbaarder! Tolstoj en Schouwenaars beschrijven allebei in detail een inwijding, en bij Schouwenaars (in het slechtste boek dat ik van hem gelezen heb) is dat zijn eigen inwijding bij de GLB, in 1972. Mij was op p.147 opgevallen: 
Kortweg zou je kunnen zeggen dat het Grootoosten links was, terwijl wij [van de Grootloge—nvdr] rechts gebleven waren en daarin per se bleven volharden. (...) De meeste blijken van broederlijkheid kwamen nochtans van het linkse Grootoosten.
Het verbaasde mij —voorgelicht zijnde door pater Dierickx— dat men loges en obediënties politiek kon klasseren. Broeder Clem vond dus dat hij in de verkeerde 'bond' terechtgekomen was, en in zekere zin zou dat voor mij ook gaan gelden, zij het in omgekeerde richting. Maar iedere kandidaat neemt het zekere voor het onzekere, en kijkt het gekregen paard niet in de bek. Daardoor, onder meer, is er veel va-et-vient tussen loges en obediënties. Men kan (het is een bekend Gents politicus overkomen) in loge X in Gent afgewezen worden, in loge Y in Aalst binnengeraken, en later naar loge X verkassen als de tegenstander daaruit verdwenen is, bijvoorbeeld op hoge leeftijd en met een olijke geest overleden. In diezelfde periode viel ook de omgekeerde operatie te beleven: een bekend politicus, afgewezen in Aalst, werd ingewijd in Gent om na enige tijd toch te belanden waar hij wou. Toeval of niet, bij die gelegenheid werden in Gent een liberaal en een socialistisch politicus broederlijk naast elkaar ingewijd. Op de kolommen bemerkte ik een zeer vooraanstaand Gents broeder-politicus met het schootsvel van de leerling bekleed, en niet uit overdreven bescheidenheid. (In De Zwijger G.O. wisselden rood en blauw zelfs systematisch af op de voorzittersstoel.) Een van mijn goede vrienden, die bij de franstalige middenstanders van Le Septentrion thuishoort, antichambreert momenteel bij een loge in Noord-Frankrijk, in afwachting dat in Gent zijn gezworen vijand (zijn vader nl.) de werktuigen neerlegt. Ja, de promotiesong In diesen heil'gen Hallen kennt man die Rache nicht... weil man dem Feind vergibt valt onder de 'bedrieglijke reclame'.


Londen: Freemasons' Hall, in een extra geheimzinnige belichting.
De foto komt uit Jones, Freemasons' Guide and Compendium
maar had evengoed in Dierickx kunnen staan.

Mijn recrutering is hiermee begonnen, dat een gesprek met iemand uit mijn werkkring toevallig op de vrijmetselarij uitliep, en ik mijn belangstelling liet blijken. Daarop maakte hij zich bekend als behorend tot het Grootoosten. Pas later vernam ik ook de naam van de loge in kwestie: Bevrijding. Die loge bestond nog maar enkele jaren en had een uitgesproken actief-links profiel. Nu, ik was vrijzinnig, had de juiste politieke kleur, en mijn kinderen gingen naar de juiste scholen. Er waren in Gent loges waar men niet binnenkwam met kinderen in het foute net! Een protestantse school kon wel, en dat was een tijdlang zelfs en vogue bij vrijzinnig links. Mijn vlekkeloos parcours werd ontsierd door een (omwille van de familievrede) kerkelijk huwelijk.

Na verloop van tijd werd mij de Beginselverklaring van die loge voorgelegd. Vreemd eigenlijk, als men bedenkt dat de doelstellingen van de vrijmetselarij universeel heten te zijn. Hier enkele uittreksels.

De Vrijmetselarij, kosmopolitische en progressieve institutie, stelt zich tot doel de waarheid te zoeken en de mensheid te ontvoogden.

Zij vormt een vereniging van rechtschapen mannen, verbonden door gevoelens van vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid, die individueel en in gemeenschap werken aan de sociale vooruitgang.

De A:.L:. BEVRIJDING gelooft dat "werken aan de sociale vooruitgang", zoals vermeld in de statuten van het Groot Oosten, slechts kan waar gemaakt worden mits een op bevrijding gericht sociaal engagement in de profane wereld.

Zij is er diep van overtuigd dat de onrechtvaardigheid in deze wereld moet bestreden worden met fundamentele herstructureringen van de sociaal-ekonomische organisatie.

De A:. L:. BEVRIJDING stelt zich dan ook tot doel actief bij te dragen tot de bevrijding van de mens uit zijn huidige individuele en sociale vervreemding. Daartoe zal zij een aantal gevestigde waarden en normen i.v.m. beschaving en kultuur, ekonomische organisatie, welvaartsbeleving, gezag en autoriteit, prestatie en consumptie, bezit en winst, arbeid, man-vrouw rolpatronen, permanent in vraag stellen en desnoods daadwerkelijk bekampen.

Zij gelooft dan ook dat een vrijmetselaar zich voortdurend in zijn denken en daden veranderingsbereid en emancipatorisch opstelt.

De A:. L:. BEVRIJDING streeft naar een democratisering van de maçonnerie. Dit wil zij verwezenlijken door haar poorten te openen voor alle profanen die in gedachten en daden vrijmetselaar zijn. Zij wenst dan ook haar recrutering niet te beperken tot de traditioneel kultuurleidende kringen. De A: .L:. BEVRIJDING wenst zich in het bijzonder te richten tot alle individuen die daadwerkelijk getuigen van een sociale bewogenheid.
Dit actief-linkse programma gelezen hebbend zei tegen mijn peter: ik ben het daar allemaal mee eens, maar wat staat dat hier te doen, tussen de principes van een vrijmetselaarsloge? Ik herinner mij het antwoord niet meer, wel dat hij het eens was met de omschrijving van het Grootoosten als "links". In Bevrijding heb ik later zowaar 1 liberaal ontmoet, die blijkbaar geen last had met die principes. Enigszins uit de toon viel Broeder X waarvan gezegd werd dat hij 2 vijanden had: "broeder Y (mede-Bevrijder) en de vakbonden". En ikzelf ging in Bevrijding door als "een linkse van de soort waardoor er geen rechtsen meer nodig zijn."

Doordat iedereen in zijn eigen kring recruteert, is een loge altijd onderhevig aan een bepaalde scheeftrekking. De selectie gebeurt soms zelfs doelbewust, zodat er militaire, adellijke en academische loges bestaan (hebben). Maar doelbewuste selectie op de politieke gezindheid heb ik altijd voor een fundamentele verkrachting van de maçonnieke principes gehouden. Het verschijnsel is wel niet uniek. In Bevrijding hadden wij eens een bezoeker die de groeten overbracht van zijn loge in Parijs: Les Hospitaliers Socialistes. Trouwens, een van mijn mede-neofieten heeft ronduit gepleit voor een "socialistische vrijmetselarij"; dat het G.O. zichzelf omschreef  als "liberale vrijmetselarij" was hem blijkbaar niet bevallen. Hij heeft ook eens trots meegedeeld dat hij de werkplaats vertegenwoordigd had op de betoging van de metaalarbeiders in Brussel. Het woord "liberaal" heeft men ondertussen vervangen door "ondogmatisch" om zich te onderscheiden van de "dogmatische" regulieren. Beide kwalificaties zijn onjuist. Ik heb in het GO, in Bevrijding in het bijzonder, heel wat dogmatische mensen ontmoet. En zoals ik al zei in tempore non suspecto: de principes van de regulieren zijn ondogmatisch.

Het niet beperken tot de traditioneel kultuurleidende kringen viel overigens nogal mee, ik heb in Bevrijding nooit 1 arbeider ontmoet. Een Antwerpse loge heeft ooit werk gemaakt van het recruteren van dokwerkers, maar is daarvan teruggekeerd. Er werd verteld dat "die mannen" in de bar zaten te kaarten, en dat zij voorts niet aan de werkzaamheden deelnamen.

O ja, ik had ook al het officieel aanvraagformulier van het GOB ondertekend. Daarin kwam de merkwaardige vraag voor: Bent u zeker van uw bescheidenheid? Ik heb dat natuurlijk bevestigd, met het innerlijk voorbehoud dat allicht "discretie" bedoeld werd.


 

Gent: nooduitgang van het gebouw van de Gentse GO-loges anno 1980. 
Wie de open deur zou binnenlopen staat naast de Broeder Redenaar.







 

1 comment:

  1. Prachtig initiatief!
    Ben zeer benieuwd in uw verdere reisdagboek...

    ReplyDelete