Sunday, January 12, 2020

Aflevering 20

Als regulier wordt men in eigen land zeer geïsoleerd, maar als compensatie heeft men toegang tot de internationale vrijmetselarij van Angelsaksische signatuur, zoals ik die had leren kennen in "De Vrijmetselarij, de grote onbekende" van pater Dierickx s.j.. In 2003 had ik het genoegen deel te kunnen nemen aan een zitting van de Quatuor Coronati loge in Freemason's Hall, Londen, en de bijhorende maaltijd die ergens anders was.

Behalve prijsuitreiking was het ook de aanstelling van een nieuwe Achtbare Meester, en zo heb ik tegen mijn zin een ritueel bijgewoond waar ik strikt genomen niet bij mocht zijn. In de meeste loges bevat de aanstelling namelijk een "esoterisch" onderdeel, en aan een extra ronkende titel loopt een vrijmetselaar even moeilijk voorbij als een hond aan een worst. Ik moet ongeveer de enige zijn die vindt dat een Achtbare Meester zijn gezag ontleent aan zijn broeders en aan niets anders, laat staan aan iets esoterisch van buitenaf. Ik ben dus niét esoterisch geïnstalleerd. Engelsen (en regulieren in het algemeen) zijn zeer conventioneel, en het komt bij hen niet op dat er zo'n mensen bestaan. Toen in Londen de cruciale fase aanbrak werd iedereen verzocht het veld te ruimen, behalve (zo werd het ondoordacht geformuleerd) zij die Achtbare Meester van een loge waren geweest. Ik bleef dus gehoorzaam zitten, en moést het esoterisch gebeuren wel meemaken.  

In 2014 ben ik trouwens door de toenmalige 1ste opziener van Quatuor Coronati als kandidaat-lid voorgedragen. Ik heb daar niets meer van vernomen, en moet dus aannemen dat het feest niet is doorgegaan. (Eerlijk gezegd, ik zag er ook wat tegenop. Londen is niet bij de deur, en vaut le détour was er voor mij al lang niet meer bij.) Maçonnieke rechtvaardigheid, en zelfs beleefdheid tout court, is overigens ver te zoeken. Ik ben twee keer voorgedragen voor de Royal Arch, 1 keer in Gent en 1 keer in Antwerpen, en heb daar evenmin ooit nog iets van vernomen: niet 'ja', niet 'neen', geen uitleg of vragen, gewoonweg niets. Men kan zich dus in dit verheven gezelschap niet verdedigen tegen eventuele laster, mocht dit lage gevoel onder vrijmetselaars überhaupt denkbaar zijn.

Uit pater Dierickx kende ik ook Fluwelen Burgwal 22, Den Haag, zetel van het Grootoosten der Nederlanden:


Ik, die maçonniek voorgelicht ben door pater Dierickx, zou mij zeer "vrijmetselaar" gevoeld hebben mocht ik daar ooit als lid binnengetreden zijn. Helaas, het gebouw is afgebroken, en ik heb mij naar zijn opvolger moeten begeven. Het betrof een zitting van De Vriendschap, en omdat mijn plaats vlak naast een Opziener was kon ik duidelijk zien dat de hamers voorzien waren van het sterrenbeeld Zuiderkruis. De twee ex-koloniale loges De Vriendschap en Het Zuiderkruis zijn namelijk samengesmolten in 1999. Hieronder mijn medaille van Het Zuiderkruis (Oosten Batavia), die ik toen gekregen heb. 


Aan tafel heb ik niet nagelaten mijn verdrongen nostalgie naar de Fluwelen Burgwal te noemen en te duiden. De foto bij Dierickx roept overigens onterecht een zekere Haagse chic op; in werkelijkheid was de buurt zeer verloederd (en om die reden gesaneerd). Nog Den Haag: in 2006 zat ik in de Grote Kerk voor de viering van 250 jaar Grootoosten der Nederlanden, en aanzag met belangstelling de opvoering van een 'inwijding' in opeenvolgende periodes.

In datzelfde jaar vertrok ik dus uit Euclides. Ik had toevallig lucht gekregen van een actie tegen mij die de vorm had van een brief. Vraag mij niet van wie, aan wie, of waarover, want dat weet ik niet. Vanuit mijn simpele natuur heb ik geen enkel aanvoelen van wat er in de lucht hangt of wat er aan het gebeuren is. (In mijn jonge jaren was ik een dankbaar slachtoffer voor 1-aprilgrappen, en later van alle complotten en paleisrevoluties.) Ik voelde mij wel gedesavoueerd en trok daar mijn conclusie uit. Ik schreef een ontslagbrief, en begon uit te kijken naar een nieuwe loge. Twee broeders van Euclides kwamen mij thuis vinden om mij te vragen daar toch te blijven, en ik heb dat zeer op prijs gesteld. Achteraf bekeken was ik beter formeel bij Euclides gebleven (zonder ooit nog te gaan) maar op dat moment had ik een algehele afkeer van het reilen en zeilen in Vlaanderen. Ongeveer gelijktijdig zegde ik alle kranten en tijdschriften op, en hield ermee op naar de radio te luisteren of naar TV te kijken. Schluss! (Het is geen toeval dat ik daarna bij een Franstalige Brusselse loge postuleerde.)

Enige tijd later belde mij een lid van Euclides op (een 'vriend' zal ik maar zeggen, hoewel, met mijn mensenkennis!) om te vragen of ik Léo Taxil gezien had, een Franstalige website waar bijtende kritiek aan het adres van de RGLB de regel was. Het was een publiek geheim wie er achter zat: A.D., de leidinggevende figuur van de loge In Candore die in haar geheel de RGLB in vijandige sfeer zou verlaten. De kritiek die op die website gespuid werd was sarcastisch en bepaald niet vriendschappelijk. De pseudoniemen (ik herinner mij een zekere Klaschkop) waren allicht zeer doorzichtig voor wie in het (Franstalig) wereldje thuis was. Over die website ging het dus, en daar trof ik deze tekening aan:



Er was ook een tekst bij, die ik helaas niet heb gedownload, en waarvan ik mij alleen herinner dat Euclides genoemd werd en dat de tekening werd toegeschreven aan un témoin privilégié. Mijn telefonische informant meende te weten wie de bijdrage geleverd had: broeder X (Franstalig, lid van La Fidélité) zou het ontworpen hebben en broeder Y (Euclides) zou het getekend hebben. Niet onmogelijk! In de sfeer van desinteresse die toen de mijne was heb ik geen moeite gedaan om dat na te gaan en ik heb de tekening zelf eigenlijk pas nu van dichterbij bekeken. De figuren zijn redelijk herkenbaar, nog afgezien van de doorzichtige pseudoniemen voor de twee pastoors. Aan het stuur van hun tandem hangt een emmertje (?) met de letters AVL, in kruisvorm. Ook bij deze initialen kan ik mij iets voorstellen. De verscheurde boekjes op de grond hebben de namen REF (ik denk dat dit REG moet zijn), RIT, UITNOD en TAFEL. De allusies rond de kapelmeester begrijp ik niet helemaal (het verbaast mij zelfs dat hij hierbij staat) maar het motto "Knoei en knutsel" (een parodie van "Meet en metsel") is aardig gevonden. Bij deze: mijn laattijdige dank en complimenten aan de ontwerper(s).  

Update 15 maart 2024. Dankzij WayBackMachine heb ik de website http://www.leotaxil.com/ teruggevonden, en daar heb ik uit de rubriek On nous écrit dit historisch document kunnen recupereren.




De: Jean Rigolle; rigollejean@yahoo.com
Envoyé : lundi 20 oct. 2005 11:46:32
À : taxilcontact@hotmail.com
Objet : du remous chez Archimède

Cher Léo,

A Gand, le duo comique Hoogmis et Te Grof a fait main basse sur la loge "Archimède".
Le nouveau pape, reconnaissant, leur a accordé, ainsi qu'à leurs Supérieurs Inconnus (qu'il connaît, lui) la médaille "Pro Sanctis Carioth" et une indulgence plénière.

Tu trouveras ci-joint un croquis par un témoin privilégié.

Jean Rigolle


Indien de genaamde "Jean Rigolle" dit mocht lezen wordt hij verzocht alsnog contact op te nemen met de genaamde "V. Triol".
                                                                     







 






No comments:

Post a Comment