Tuesday, January 21, 2020

Aflevering 11

In 1983 nam ik dus ontslag uit Bevrijding. Als nieuwe loge had Saint Jean d'Écosse mijn volle sympathie, maar Brussel was te onpraktisch. In Gent had ik twee GL-loges in gedachten: Labyrint of La Liberté, hoewel ik mij herinner dat in die laatste loge iemand zijn bouwstuk begonnen was met de woorden "Mes frères, je serai long" en helaas de waarheid gesproken had. Maar het toeval kwam mij te hulp. Het bleek dat er een uitzwerming van De Zwijger GO in de maak was, die Acacia zou gaan heten. In oktober 1983 kon ik dus officieel desaffiliëren uit Bevrijding met Acacia als nieuwe bestemming. De nieuwe loge had als peterloges: De Zwijger GO, waaruit het merendeel van de leden kwam, en Bevrijding, dat 3 leden leverde. Toen de A.M. van Acacia zijn collega van Bevrijding vroeg of hij een bijdrage mocht verwachten vanwege de peterloge had die geantwoord "maar wij hebben onze beste broeders al gegeven". Volgens de A.M. van Acacia had hij toen gedacht "Als dat de beste zijn, wat moet de rest dan zijn?" 😂

In Acacia trof ik een eruditie en een sérieux aan die ik nog nergens aangetroffen had, en ik werd van de ene dag op de andere eenoog in het land der zienden. In Bevrijding had ik een kandidaat aangebracht, wiens aanvraag lopende was, en die ik over mijn stap moest voorlichten. Hij verkoos als kandidaat bij Bevrijding te blijven, hetgeen mij de opmerking ontlokte "Ik begrijp dat mensen analfabeet zijn, maar niet dat mensen ervoor kiezen analfabeet te zijn." De man is ondertussen al van obediëntie veranderd, en is nu bij de GL.

Na het tumult van Bevrijding werd alles plots eenvoudig. De Grote Problemen van Bevrijding bestonden in Acacia niet eens, en de debatcultuur was er helemaal anders. Beslissingen waarover in Bevrijding eindeloos en zonder resultaat gedebatteerd was, werden in vijf minuten genomen en waren de week nadien al uitgevoerd. Vermits Acacia voor een afwijkende ritus gekozen had (vandaar de rode schootsvellen i.p.v. de gebruikelijke lichtblauwe) moest alles van de grond af opgebouwd worden. Dat was ook in de letterlijke zin het geval, want in het GO-logegebouw zou een grote kamer aan de straatkant als tempel ingericht worden. Onze broeder-ingenieur spijkerde in het oude burgerhuis een hoefijzer op de schouwmantel, die met een idyllisch tafereel beschilderd was, en daar gingen we. Van nature ben ik zeer onhandig, maar daar heb ik leren zagen (in de letterlijke betekenis), timmeren, lijmen, boren en spijkeren. In de weekends en, in de zomervakantie, vele dagen naeen vertrok ik 's morgens naar de werkplaats die ook in maçonnieke zin die betekenis zou krijgen. Ik herinner mij die periode als een unieke ervaring in mijn leven. 

Hieronder poseert de groep uiteindelijk in de zelfgebouwde tempel. De groene schootsvellen (onze "groensels") horen bij de broeders met een functie. Het is een kleine groep, want "volgehouden kleinschaligheid" was een van de principes.


Van de eigenlijke "oprichting van de kolommen" herinner ik mij nog goed hoe onze A.M., toen hij het woord kreeg, zich met enkele vleugelslagen verhief boven de gemeenplaatsen van de collega's. Grote klasse, dat was het. 

Ik laat met genoegen een detail zien: het altaar waarop bijbel, passer en winkelhaak klaarliggen voor de opening. (Een Duitse bijbel met het embleem van Acacia in metalen uitvoering op de kaft.)


Acacia werkte nl. met de Opperbouwmeester en de bijbel. Dat was in het G.O. facultatief, en behalve Acacia waren er maar weinig loges die ervoor gekozen hadden die symbolen te behouden. Ik heb beide symbolen altijd krachtig verdedigd. Ik erger mij vandaag wel aan de angelsaksische opvatting dat het een 'heilig boek' is en dat elke neofiet voor zijn eedaflegging zijn eigen heilig boek (Tora, Koran e.d.) mag kiezen. Ik vind, zoals ook Anderson in 1723, dat men zijn eigen particuliere godsdienst buiten de loge moet houden. De bijbel is, maçonniek gezien, helemaal geen heilig boek, maar de (unieke) brontekst voor de licht- en bouwsymboliek. Wat mij betreft mag men zich beperken tot de enkele hoofdstukken die maçonniek relevant zijn. Later heb ik voor mijzelf zulk een bloemlezing gefabriceerd die op 1 A5'je past.



Acacia, met zijn traditionele opstelling, stijl en ideeën, had in het G.O. een slechte naam. "Rechts," weet u wel. Men kon, als loge of als broeder van die loge elders op bezoek zijnde, niet altijd zeker zijn van een hartelijk onthaal. De loge en haar broeders moesten vaak onvriendelijke opmerkingen of regelrechte beledigingen aanhoren. Een van onze broeders was ooit gevraagd om een bouwstuk te gaan opleveren in zijn moederloge De Zwijger, maar wou daar niet op ingaan omdat hij daar de vorige keer onheus was behandeld. Ik nam het dan maar van hem over, en zowaar: ik kreeg na mijn verhaal ook een sneer te verwerken. In feite hoort Acacia niet in het G.O. thuis, maar ja, "si tous les dégoûtés s'en vont...". Onder de schaarse medestanders van Acacia was de Brusselse loge De vier Ghecroonde.

Even doelbewust als Bevrijding de traditie wou ontwijken, zo wou Acacia ze herstellen. Zij had ook vestimentaire strengheid heringevoerd, en ik herinner mij dat voor de tweede zitting, de eerste na de oprichting, 1 van de broeders-stichters in smoking kwam opdagen, denkende dat dit voor alle zittingen de regel zou zijn.

Aan de laïciserende acties die in het GO de regel waren werd in Acacia niet gedaan. Toen wij eens een stapel GO-brochures gekregen hadden om een of ander idee of actie te promoten heb ik die in Brussel onaangeroerd opnieuw ingeleverd toen ik toch in de bibliotheek van het GO moest zijn. Enkele minuten later werd ik bij de grootmeester geroepen. Ik trok glunderend naar zijn bureau, denkend dat wij een compliment zouden krijgen voor ons hoogstaand en baanbrekend maçonniek werk. Het tegendeel was het geval! Wijzend naar de stapel brochures viel hij uit: "Jullie bij Acacia zijn nogal defaitisten, zeg!" Oeps.


Gedurende vele maanden vergaderde het groepje ritualisten van Acacia, nu eens bij de een en dan bij de ander, om eigen ritualen uit te werken op grond van de Guide des Maçons Écossais. Het rituele laisser-aller van het GO had dus ook zijn goede kanten, want men kon ongeveer doen wat men wou. Uiteindelijk is de hele cyclus rondgeraakt, en ik heb mijn schrijfdrift kunnen botvieren in 5 boekjes genaamd Acaciana 1 t/m 5: van "kennismaking" (1985) over de 3 graden tot " de jaarfeesten" (1990), telkens "ritualen en commentaar".



Het eerste boekje was voor de buitenwereld bestemd en zit in de bibliotheek van de Universiteit Gent. Ik heb indertijd zelf dat exemplaar, vergezeld van een toelichtend briefje zonder persoonlijke gegevens, in de bus van de universiteitsbibliotheek gedeponeerd. Tot ieders verbazing kreeg onze A.M. enkele dagen later in zijn eigen brievenbus een briefje waarin hij met naam en toenaam bedankt werd voor zijn gift! Vandaag, met internet ter beschikking, is dat niet zo verbazend, maar in 1985! Er bestaat overigens een nummer 6, genaamd (als men goed kijkt) Occasiana, een collectie tooggrappen vlijtig verzameld door een broeder van Acacia met een 't Zal wel gaan-verleden.

Acaciana bevat in de commentaren veel elementen die ik ondertussen door verdere lectuur had verworven. Een goede medebroeder van Acacia (ex-Bevrijder en persoonlijke vriend) voorzag mij van alle gewenste literatuur, die hij meebracht van de boekhandel Le Roi Chevalier in Brussel. Ik vernoem graag Bayard (hieronder links), maar vooral The early masonic catechisms (rechts). Door dat laatste boek kwam ik in contact met de oerteksten van de vrijmetselarij. Een gevolg daarvan is, dat ik de gezellengraad gedeeltelijk zijn meetkundige inhoud terug heb kunnen geven. Helaas heb ik mij pas te laat gerealiseerd dat de teksten en tekeningen die in de Catechisms gedrukt staan niet alijd 100% de originelen weerspiegelen.


Zo had ik een mooie meetkundige interpretatie bedacht voor de kryptische zin 
And likewise the letter G at the top of the now constituted Lodges is...
en ik heb pas achteraf geleerd dat de zin, met de interpunctie ingevuld, allicht moet gelezen worden als
 ...and likewise the letter G. At the top of the now constituted Lodges is...
Ik hoop dat ik niet al te vele jeugdige maçonnieke zielen bedorven heb door mijn (te) diepzinnige interpretatie. Nu, bestaat er geen spreekwoord over fruitful error versus sterile truth? Wat de jeugdige zielen betreft, nodeloos te zeggen dat in Acacia, waar alles volgens het boekje geschiedde, de opzieners wél instructie gaven.

No comments:

Post a Comment