Sunday, January 26, 2020

Aflevering 6

Een grafisch intermezzo. Uit mijn grote opbergdoos met maçonnieke spullen heb ik deze vier meesterschootsvellen gehaald, die mijn parcours doorheen de obediënties en de ritussen weerspiegelen.


Bovenaan GO-blauw (Bevrijding) en GO-rood (Acacia, Schotse ritus), onderaan GL-blauw (Saint Jean La Lumière) en RGLB-blauw (La Parfaite Amitié). In een hang naar authentieke eenvoud heb ik, een jaar of drie geleden, bij een naaister een eigen schootvel laten maken naar 18de-eeuws model: wit, groter dan de huidige, met lange linten die vooraan dichtgeknoopt worden, en met een knoopsgat in de flap. De echte waren natuurlijk in leer, maar het verschrompeld lederen exemplaar rechtsboven toont dat leer toch ook niet alles is.


In het GO was er een Antwerpse loge waarin, op grond van linkse egalitaire dogma's, iedereen hetzelfde witte schootsvel droeg. Ik vond dat toen on-maçonniek, maar nu niet meer. Mannen zijn van nature ijdeltuiten, en in de vrijmetselarij komen zij goed aan hun trekken. Bombastische titels en imposante regalia, het kan niet op! In Euclides had ik het dunne blauwe lint uit de maçonnieke begintijd heringevoerd, maar ik had mijn rug nog niet gekeerd of de gouden bombast was (samen met een boel andere ontraditionele conventies) al hersteld! Keeping up with the Joneses!

Uit mijn doos heb er nog eentje opgediept, omdat er een verhaal aan vastzit. Excuus voor de storende vlek! Vlekken op schootsvellen zijn doorgaans kaarsvet of wijn.


Zolang ik bij Bevrijding was ben ik vaak in andere loges op bezoek geweest om mijn maçonnieke honger te bevredigen. Bij een van mijn eerste bezoeken in Brussel (ik was nog zeer naïef, zoals zal blijken) merkte ik een broeder op die een schootsvel droeg met een kruis en veel rood, van het type zoals hierboven. In mijn onschuld dacht ik aan het Rode Kruis. Ik dacht dus dat het een brancardier was, en ik vond het zeer vooruitziend dat men in een groot gezelschap ook aan EHBO dacht! Hoe naïef kan men zijn? Bij mijn aankomst had ik de toegangsdeur bereikt gelijktijdig met een andere, mij onbekende, bezoeker en toen wij samen naar binnen gingen dacht ik dat hij mij een hand zou geven, want waren wij geen broeders? In plaats daarvan liet hij de deur op mijn neus dichtvallen. Tja, ik moest nog veel leren. Binnenin trof ik een soort maçonniek grootwarenhuis aan, waar in de schaduw van een levensgroot beeld van onze beminde broeder Leopold I de broeders in anonimiteit dooreenliepen. Ik ben er achteraf nog vaak teruggeweest als bezoeker van Saint Jean d'Écosse, een ware modelloge en om die reden binnen het GO slecht befaamd als 'rechts'. Ik parkeerde dan aan de Nationale Bank, en daalde naar het logegebouw af langs de Kreupelenstraat en de Komediantenstraat. What's in a name?

No comments:

Post a Comment